Passieconcert Brugge (België)
Op 20 maart 2016 zingt Het “Reusels Gemengd Koor” in goede samenwerking met het “Sint Caeciliakoor” uit Berkel-Enschot, solisten en een gelegenheidsorkest van strijkers en blazers een passieconcert. Uitgevoerd wordt “Die Sieben Worte Jesu am Kreuz” van César Franck. Zij reizen hiervoor dan naar de hoofdstad van de provincie West Vlaanderen Brugge (België). Om alles in goede banen te leiden is al ruimschoots vooraf, 8 oktober 2015 een delegatie van het RGK en St. Caecilia naar deze prachtige oude stad getogen. En is terdege alles, inclusief reis en verblijf, goed doorgesproken met wat in Brugge kennelijk zo heet: “De Kerkfabriek”. Het werd dan ook een geweldige dag met na het concert nog een toeristische rondleiding door Brugse stadsgidsen. (uit: allesoverbelgie.nl/plaatsen/brugge.htm)
Geschiedenis Sint Gilliskerk
Rond 1240 werd de Sint-Gilliskerk gebouwd als hulpkapel van de parochie Onze-Lieve-Vrouw. Over het uitzicht van de eerste kerk zijn geen gegevens bewaard. Mogelijk was ze van hout. In 1258 werd de Sint-Gilliskerk reeds als parochiekerk vermeld. Pas rond 1311 werd de parochie zelfstandig en werd het belendende kerkhof, dat in de 19de eeuw verdween, gewijd. Ondertussen was het eerste kerkgebouw vervangen door een basilicale kerk, geïnspireerd op de Scheldegotiek. Vier zuilen in Doornikse kalksteen en de oude vensterzone van de middenbeuk bleven bewaard. Ook enkele delen van het huidige transept zijn nog 13e-eeuws. Tussen 1462 en 1479 werd de tweede kerk verruimd tot een pseudo-hallenkerk. Tot op vandaag is aan deze vorm weinig veranderd. Hallenkerken zijn typisch voor de baksteengotiek van de kuststreek.
Tijdens de 15e en 16e eeuw vonden enkele belangrijke kunstenaars, waaronder Hans Memling, Jan Provoost, Lanceloot Blondeel, Pieter Pourbus en de familie Claeissens, hun laatste rustplaats in en rond de kerk. Van hun graven zijn geen restanten meer te vinden.
Vanaf het midden van de 17e eeuw werd de kerk aan de smaak van de barok aangepast. In 1750 werd de toren met een verdieping verhoogd, waarbij de vier hoektorentjes op de tweede verdieping werden afgebroken. De Sint-Gilliskerk was daarna meermaals voor de sloop bestemd, maar bleef telkens gespaard, ondanks de slechte staat waarin ze verkeerde. Op het eind van de 19e eeuw onderging het gebouw een grondige neogotische restauratie onder leiding van de Gentse architect Auguste Van Assche. Deze restauratie is vooral aan het interieur merkbaar.
Wereld-erfgoedstad Brugge
Brugge is de hoofdstad van de provincie West-Vlaanderen. De stad is vooral bekend als Wereld-erfgoedstad, omdat de gehele historische binnenstad sinds het begin van dit millennium op de beroemde Werelderfgoedlijst van UNESCO vermeld staat. Wie Brugge bezoekt zal zeker beamen dat de stad deze vermelding meer dan waard is. Omdat Brugge grotendeels gespaard is gebleven tijdens zowel de Eerste als de Tweede Wereldoorlog zijn er veel historische gebouwen, pleinen, straten en monumenten bewaard gebleven. Wie nu door de straten van Brugge loopt die ziet waant zich op veel plekken teruggeworpen in de tijd. Dit gevoel aangevuld met het heerlijke Bourgondische leven dat men in Brugge kent zorgt ervoor dat toeristen het prima naar hun zin hebben hier.
Hoewel je veel leuke overnachtingsmogelijkheden in Brugge hebt, kiezen redelijk wat toeristen ervoor om Brugge in één dag te bezoeken. Dat is prima te doen, getuige het verhaal waarin reisblogger Patrick de hoogtepunten van Brugge in één dag bezoekt.
Geschiedenis van Brugge
Al tijdens het Romeinse tijdperk woonden er mensen waar nu Brugge ligt. Vondsten aan de noordkant van de stad tonen aan dat er sprake geweest moet zijn van een Gallo-Romeinse nederzetting. De naam Brugge is ergens eind van de negende eeuw ontstaan. Toen heette het nog Bruggia. Ook de naam Bruccia is teruggevonden op munten uit die tijd. Brugge heeft vanaf haar ontstaan een vrij snelle ontwikkeling meegemaakt. In de twaalfde eeuw was Brugge al uitgegroeid tot een grote invloedrijke stad, die het vooral moest hebben van de handel. De positie van handelscentrum hebben ze kunnen bereiken dankzij de zeehaven. Brugge had een van de belangrijkste zeehavens van Europa. De stad beleefde haar grootste groei- en bloeiperiode van de 13e tot aan het einde van de 15e eeuw. In dit tijdperk was Brugge de belangrijkste stad van Noordwest Europa. Het inwoneraantal groeide uit naar meer dan veertigduizend, wat in die tijd aanzienlijk was. Veel van de hedendaagse bezienswaardigheden, pleinen en straten in het centrum van Brugge stammen uit dit tijdperk. De pleinen Burg, (Grote) Markt, Eiermarkt en het Simon Stevinplein stammen uit die tijd. In 1240 begin bijvoorbeeld de bouw van de nu zo dominant op de Markt aanwezige Belfort-Halle. De Halletoren is in de loop der tijd wel wat aangepast. Soms noodgedwongen (na een brand), soms om de toren aan de tijdsgeest aan te passen. De bloeiperiode van Brugge ging gepaard met toenemende stabiliteit, met als hoogtepunt de Bourgondische periode. Deze werd in 1492 abrupt ten einde gebracht door de dood van Maria van Bourgondië in het jaar 1482. De opstand van Vlaanderen tegen de nieuwe machthebber Maximiliaan van Oostenrijk zorgde ervoor dat Brugge snel in verval kwam. De handel verplaatste zich naar andere steden waaronder Antwerpen.
De periode die volgde was er eentje waarin het stadsgezicht wel aanzienlijk veranderde. De vele houten puien werden tijdens periode dat de Spanjaarden in Brugge heersten aangepast. Vanwege het brandgevaar werden de houten gevels omgebouwd naar stenen gevels. Dit gebeurde in de 17e eeuw. De meeste gevels die je nu nog ziet in Brugge zijn in deze periode aangebracht op de panden. In de negentiende eeuw zijn er een aantal nieuwe neogotische gebouwen weggezet in Brugge. De neogotische stijl is nu nog op veel gebouwen in Brugge terug te zien, zoals de Post en de gouverneurswoning. Aan het einde van de negentiende eeuw kreeg Brugge weer een zeehaven: Zeebrugge. Dit gebeurde op een moment dat Brugge eindelijk, na vele eeuwen van ups en downs, weer de stijgende lijn te pakken had. Brugge was in toenemende mate populair onder toeristen (waaronder kunstenaars) en ook de economische rol van Brugge werd weer steeds belangrijker. Handel, industrie en logistiek zich echter ver buiten de oorspronkelijke stadspoorten. Het geld werd vooral verdiend in de plekken die in 1971 toegevoegd werden aan Groot-Brugge. Voor de oude binnenstad gold dat het vooral een toeristische bestemming werd. De afgelopen decennia hebben vooral in het teken gestaan van het ontwikkelen van het toerisme, waarbij vooral het historisch karakter van de Brugse binnenstad behouden moest blijven. Dit heeft uiteindelijk geleid tot de opname op de werelderfgoedlijst in het jaar 2000 en de titel culturele hoofdstad van Europa twee jaar later.
Brugge verkennen
Brugge telt een lange lijst aan bezienswaardigheden. Grachten, sfeervolle pleinen, historische gebouwen, musea… Brugge heeft het allemaal. Wil je een leuke totaalindruk van Brugge krijgen binnen een korte tijd? Dan kun je overwegen om een rondrit met een paardenkoets te maken. Deze vertrekken vanaf de Markt. Geen goedkope stadstour, maar wel een leuke! Een goedkopere manier is om deel te nemen aan een stadswandeling onder de leiding van een gids die van alles weet te vertellen over Brugge. Een rondwandeling zorgt ervoor dat je tijd hebt om wat je ziet in je op te nemen, om het de aandacht te schenken die het verdient. Gemotoriseerd kan ook. Ieder heel uur vertrekken minibussen van City Tour Brugge vanaf de Markt voor een rondleiding van ongeveer 50 minuten. De mooiste manier om Brugge te zien is vanaf het water. Vanaf de Brugse Reien vertrekken er op vijf aanlegplaatsen boottochten. Deze boottochten worden gehouden vanaf begin maart tot eind november tussen 10 en 18 uur. Er zijn geen georganiseerde avondtochten op het water.